Geschiedenis van de grotten
De Prehistorische mensen kozen al heel vroeg de holtes van de site als toevluchtsoord. Opgravingen die al in 1914 werden uitgevoerd, brachten massa's aardewerk, gesneden vuursteen, een enorme stapel as (4 tot 5 m dik), hoeveelheden dierlijke botten en een menselijke schedel met prominente oogkassen aan het licht.
Deze ontdekkingen geven aan dat deze natuurlijke schuilplaats al sinds een zeer verre tijd (10 tot 12.000 jaar) bewoond wordt.
Sindsdien is de site altijd bezet gebleven dankzij zijn dominante positie die een strategisch observatiepunt biedt.
Als bewijs wordt de lijn van richels die het afgelegen gebied van Cerdon omringen, sinds de oudheid militair verdedigd.
De vele ruïnes en enkele documenten getuigen van het belang van deze verdedigingswerken, evenals van de vele legendes die al eeuwenlang in de regio bestaan.
De populaire traditie beweerde dat al deze verdedigingswerken communiceerden via ondergrondse gangen, dat een spelonkachtig pad afdaalde naar de Cerdon-vallei, dat de oorlogskist van de Savoyaardse troepen werd begraven op een mysterieuze schuilplaats, onder een van de verdedigingstorens.
Legendes, misschien! Hoe dan ook, een wijze kaasmaker, die in de jaren dertig de grote natuurlijke holte van Saint-Julien had gekocht om zijn Bleu de Gex te verfijnen, was geïntrigeerd door een vlucht vleermuizen op de top van het gewelf. Na veel moeite ontdekte hij een bovenste galerij aan de oorsprong van het ondergrondse netwerk dat tot op heden bekend staat als de Grottes du Cerdon.